-
1 halve dagen werken
halve dagen werken -
2 halve dagen werken
halve dagen werkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > halve dagen werken
-
3 een meisje voor halve dagen
-
4 een meisje voor halve dagen
Ba girl for half days, Aa part-time maidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een meisje voor halve dagen
-
5 school voor halve dagen
halbtagsschule -
6 halve/hele dagen werken
halve/hele dagen werkenwork half/full timeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > halve/hele dagen werken
-
7 half-time
half-time12 halve werktijd ⇒ deeltijdarbeid, halve dagen♦voorbeelden:————————half-time2〈bijvoeglijk naamwoord; bijwoord〉 -
8 half
half1〈de〉1 half♦voorbeelden:————————half21 [de helft zijnde] half2 [voor een (groot) deel; niet helemaal] half3 [met betrekking tot het punt waar de andere helft begint] halfway up/down/along/through♦voorbeelden:een halve cirkel • a semicirclehalve dagen werken • work half timevoor half geld/tegen de halve prijs • (for/at) half pricevier en een halve mijl • four and a half milesde klok slaat hele en halve uren • the clock strikes the (full) hours and the half hoursgeen halve maatregelen • no half measuresde halve stad spreekt ervan • half the town is talking about itiets met een half woord aanduiden • (barely) hint at somethinghij hoeft maar een half woord te zeggen • half a word is enougher is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór half • there is a bus every four minutes to the half hourhet is half elf • it is half (past) tenhet is vijf voor half elf • it is twenty-five past ten¶ een halve gare • a fool/halfwit/BtwitII 〈 bijwoord〉2 [voor een deel] half♦voorbeelden:het hek is half wit en half groen geverfd • the fence is painted half white, half greenje weet niet half hoe erg het is • little do you know how serious it ismijn werk is half af • my work is half donehalf zo groot als ik • half as tall as mehalf en half tot iets besloten zijn • have more or less decidediemand iets half en half beloven • half promise someone somethingik ben er half en half van op de hoogte • I have not yet been fully informedhalf en half/half om half • half and half2 met het raam half dicht • with the window halfway down/opende deur stond half open • the door was ajarik kan het maar half geloven • I can hardly believe ithalf lachend, half huilend • torn between laughing and cryingiets maar half verstaan • understand only half of it -
9 half
♦voorbeelden:halve dagen werken • travailler à mi-tempseen half dozijn • une demi-douzaineeen halve fles • une demi-bouteillevoor half geld • à moitié prixter halver hoogte • à mi-hauteureen half jaar • six moishalve kennis • des connaissances imparfaitesde halve stad spreekt ervan • toute la ville en parlede klok slaat hele en halve uren • l'horloge sonne les heures et les demiesom het halve uur • toutes les demi-heureshalf werk • travail bâcléhet werk is half af • le travail est à moitié faitde deur stond half open • la porte était entrouverteeen glas half vol schenken • remplir un verre à moitiéhet staat mij maar half aan • ça ne me satisfait qu'à moitiéhalf lachend, half huilend • entre le rire et les larmesdat middel helpt niet half zo goed • ce remède est loin d'être aussi efficacehalf zo groot als • deux fois plus petit quehet is half elf • il est dix heures et demietien voor half vijf • quatre heures vingttien over half zeven • sept heures moins vingttwee halven maken een heel • deux demis font un entier〈 spreekwoord〉 beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald • il n'y a que les imbéciles qui ne changent jamais d'avis, moitié 〈+ zelfstandig naamwoord〉→ link=mens mens -
10 be on half-time
be on half-timehalve dagen werken; een deeltijdbaan/halve baan hebben -
11 halbtags
-
12 half holiday
subst. \/ˌhɑːfˈhɒlədeɪ\/, \/ˌhɑːfˈhɒlədɪ\/halv fridag (oftest fri om ettermiddagen) -
13 halbtagsschule
school voor halve dagen -
14 meisje
-
15 parttime werken
parttime werken -
16 parttime
♦voorbeelden: -
17 meisje
2 [jonge vrouw] girl, young woman/lady3 [vriendin] girlfriend♦voorbeelden:1 zij hebben twee meisjes • they have two girls/daughters4 een meisje voor halve dagen • Ba girl for half days, Aa part-time maid -
18 Halbtagskraft
-
19 berufstätig
-
20 halbtags arbeiten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haarlem — Infobox Settlement official name = Haarlem nickname = Bloemenstad (Dutch for flower city) motto = Vicit vim virtus (Latin for Virtue conquered force) imagesize = 230px image caption = flag size = 120x100px image shield = Haarlem wapen.svg shield… … Wikipedia
Hans Sanders — Dieser Artikel oder Abschnitt ist nicht hinreichend mit Belegen (Literatur, Webseiten oder Einzelnachweisen) versehen. Die fraglichen Angaben werden daher möglicherweise demnächst gelöscht. Hilf Wikipedia, indem du die Angaben recherchierst und… … Deutsch Wikipedia
Glück — 1. Am Glück ist alles gelegen. Frz.: Il n y a qu heure et malheur en ce monde. Lat.: Fortuna homini plus quam consilium valet. 2. Bâr d s Glück hat, fürt di Braut hem. (Henneberg.) – Frommann, II, 411, 141. 3. Bei grossem Glück bedarf man gute… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon